Zoeken in deze blog

zondag 5 november 2017

Djinns en meer

Imme Dros bewerkt graag klassieke verhalen: de Odyssee, de Ilias, oude Griekse mythen, Repelsteel, de fabels van Aesopus. En daaraan voegde ze onlangs verhalen uit de Duizend-en-een-nacht toe.
Bewonderenswaardig!
En ook vermakelijk voor een volwassen lezer, want het is duidelijk dat kooplieden, koningen en djinns er de dienst uitmaken. Vrouwen zijn een soort toetje, fijn om mee te vrijen, om de haard brandend te houden en om zoons voort te brengen. Hoe leg je dat je jonge lezers uit? Niet echt het soort verhalen om in 'Me Too'-tijd mee voor de dag te komen. En wat dééd die Sjahriar eigenlijk met die vrouwen in bed...?



Nou, dát zeer waarschijnlijk -  ongeveer hetzelfde wat Sjahriars vrouw met de slaven deed, fraai geïllustreerd door illustratrice Annemarie van Haeringen. Sjahriars vrouw deed dat (in tegenstelling tot die vrouwen die Sjahriar later in zijn bed liet belanden) zeer vrijwillig, overigens:

Twintig bijvrouwen trokken evenveel slaven naar binnen
en in hun midden liep de bevallige vrouw van de koning,
ook al met een slaaf aan haar hand. En tussen de bloesems
gaf het gezelschap zich over aan het spel van de liefde.

Aan de eventuele voorlezer om het jonge publiek uit te leggen wat ze zich moeten voorstellen bij het spel van de liefde. En waarom de arme vrouw even later zo nodig onthoofd moest...


Maar afijn, deze verhalen speelden dan ook heel lang geleden en in heel andere streken. Zo'n soort uitleg. Djinns zijn verdwenen, koningen zijn niet meer wat ze waren en kooplieden reizen niet meer zo inspannend als toen, ze nemen gewoon het vliegtuig.

Vrouwen hebben een geduchte inhaalslag geleverd - en het aardige van deze verhalen is dat Sheherezade zo'n vrouw is. Ze staat haar mannetje, zou je haast zeggen, als dat niet wat paradoxaal was. Zo vormen deze verhalen ondanks de mannelijke dominantie toch een soort ode aan de vrouw.

Bovenal echter zijn ze een ode aan de kunst van het verhalen vertellen, want zó redde Sheherazade haar leven. Bij iedere nacht, dat wil zeggen iedere keer als ze ophoudt, staat een vignetje. Als ik goed geteld heb (ik kán er eentje zijn overgeslagen), doet ze daar volgens Imme Dros 44 nachten over - beslist geen 1001. Haar Sheherazade is dus nog knapper dan de voorgaande.

Nu heb ik de vertalingen van de 1001-nacht nooit gelezen en alleen te hooi en te gras kennis genomen van enkele verhalen, ik vermoed dat die 1001 vooral staan voor veel nachten, want er is nogal wat variatie in de aantallen in diverse geschriften.
Letterlijk genomen klopt het dus niet hoe het verhaal eindigt:

En toen ze trouwden na duizend-en-een-nacht, vierde het volk van
volle maan tot aan volle maan een weergaloos feest met
onbeperkt eten en drinken en vrolijk zijn, alles bekostigd
door de koning der koningen Sjahriar. En daarvan kwamen
uiteraard kinderen en ontelbare nieuwe verhalen.

Of dat laatste uit de koker van Imme Dros komt of niet, ik weet het niet, maar het is wel een passend einde.
Overigens gingen er volgens deze versie drie jaar vooraf aan de eerste nacht met Sheherazade. In die drie jaar had de koning der koningen alle voorhanden meisjes in zijn bed gehad en onthoofd, wat te denken geeft over de totale populatie van zijn rijk. Maar drie jaar zijn al meer dan 1000 nachten, dus die tellen niet mee.

In een nawoord schrijft Imme Dros dat ze in een soort metrum heeft geschreven, maar dat we daarvan als het goed is niets merken, het zou moeten lezen als proza.
Dat klopt, wat mij betreft, en het is soepel proza - die Shererazade kan er wat van, ze krijgt van de anonieme verteller (laten we haar Imme noemen) effectief de juiste woorden in de mond gelegd.
Fraai en waarschijnlijk uniek aan deze bewerking is hoe de koning de laatste nachten en dagen beseft dat hij een misdaad heeft gepleegd. Zie p. 162:

Maar hij kon wat ze had gezegd overdag niet vergeten.
Had hij ook zelf het geluk nooit in zichzelf kunnen vinden?
En had hij al die dagen dat hij een vrouw liet onthoofden
niet juist zichzelf bedrogen uit angst om te worden bedrogen?
Hoe zou hij ooit nog kunnen goedmaken wat hij alleen had 
kunnen doen omdat hij als koning boven de wet stond?
Nu drong het pas tot hem door dat niemand boven de wet staat,
zeker een koning der koningen niet. En door Shererazade,
die hem dat alles met haar verhalen duidelijk maakte,
kon hij beginnen eerst met zichzelf in het reine te komen,
door vergeving te vragen aan Allah en aan de bevolking.

Waarachtig, een katharsis! Ergens rond de veertigste nacht en zie hierna ook bv. p. 167, p. 172-173. Die leidt naar het gelukkige einde dat boven beschreven staat. Eind goed al goed, alleen jammer van al die onthoofde meisjes. Maar zo gaat dat soms in verhalen.

Over de selectie van verhalen zal ongetwijfeld door schriftgeleerden getwist kunnen worden. Zo nemen de verhalen van Sindbad de Zeeman (eigenlijk koopman) veel ruimte in, terwijl die niet voorkomen in de eerste Arabische verzamelingen. Ze werden toegevoegd door Antoine Galland, net als 'Ali Baba en de veertig rovers' en 'Aladdin en de wonderlamp'. Maar gezien de variatie in oudere verzamelingen is dat geen punt. Hoogstens kun je juist betreuren dat die laatstgenoemde verhalen niet in Imme Dros' versie staan.
Imme Dros baseerde zich niet op de Arabische teksten maar op de Engelse vertalingen die bij haar in de kast staan: die van John Payne en Richard Burton. Niet de minsten. De vertaling door Richard van Leeuwen gebruikte ze niet, om 'een simpele reden': ze had hem niet en hij was uitverkocht. (Dat is-ie nog, maar tweedehands zijn er wel delen verkrijgbaar.)
Hoe dan ook vind ik dat Imme Dros met deze bewerking knap werk heeft verricht. Hulde.



Dros, Imme. En toen, Sheherezade, en toen? Uit de verhalen van Duizend-en-een-nacht. Met tekeningen van Annemarie van Haeringen. Leopold, 2017. ISBN 978 90 258 7296 0, 188 p.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten