Zoeken in deze blog

zondag 20 maart 2016

België!

La revue des livres pour enfants is een Frans tijdschrift over jeugdliteratuur, uitgegeven door La joie par les livres, dat ressorteert onder de Bibliothèque Nationale de France.
Niet alle afleveringen van La revue des livres pour enfants bespreek ik. Alleen de jaarlijkse selecties, zoals die van 2015, en soms een nummer met een dossier dat me het bespreken waard lijkt, zoals dit, over jeugdliteratuur in Brazilië. Onder dossier verstaat het tijdschrift een vijf- tot zevental degelijke artikelen over één onderwerp. Voor het overige bestaat het uit besprekingen, nieuws en een enkel interview of artikel over een ander onderwerp, buiten het dossier.

In 2003 was er een aflevering (nr. 209) met de Vlaamse en Nederlandse jeugdliteratuur als thema.
Ik hield toen nog geen blog bij, dus is er hier geen bespreking te vinden.
Dat is maar goed ook, want het is lastig om je eigen teksten te bespreken en ik schreef voor deze aflevering een 'ABC pratique sur la littérature enfantine aux Pays-Bas'. Toin Duijx schreef een reeks auteursportretten en er waren bijdragen van Vanessa Joosen en Eva Devos.

In 2008 was er een aflevering met als onderwerp de lezingen gehouden tijdens een congres over 'Rencontres Européennes' (Europese ontmoetingen), een eenmalige poging van La joie par les livres, documentatiecentrum voor Franse jeugdliteratuur, om verbindingen te leggen in Europees perspectief. (Maar zie ook hier en hier.)
Ik hield toen nog steeds geen blog bij, dus ook van deze aflevering is hier geen bespreking te vinden.
Ik leverde een bijdrage over het beeld van Europa en de Europeeërs in de Nederlandse jeugdliteratuur, en Jacques Dohmen, toen nog net befaamd redacteur bij Querido, gaf een exposé over uitgeven van kinderboeken in Nederland. Het was een mooi dossier, met aandacht voor veel hoeken en gaten in Europa, van Roemenië tot Scandinavië - maar zonder België.

En dan nu: België!





Welke talen spreken ze eigenlijk in dat land? Waals, Frans, Vlaams, Nederlands, Duits... vertaalster Emmanuèle Sandron geeft een verstandig antwoord op die vraag. Nederlands, Frans en Duits. Maar het Belgische Frans wijkt wel af van het Franse Frans, al is het verschil niet zo groot als tussen Frans Frans en Canadees Frans (Quebec).

Maar, vraagt interviewer Marie Lallouet, 'le néerlandais de Belgique est-il très different du néerlandais des Pays-Bas'?
'Á l'oral, oui, à l'écrit, moins', antwoordt Emmannèle Sandron. Gesproken wel, geschreven minder. En zo is het maar net. Het is wel, zo benadrukt ze, één taal, ondanks verschillen in uitspraak en vocabulaire. Ze illustreert het met een anecdote over Joke van Leeuwen, wier werk ze momenteel vertaalt. Joke van Leeuwen is Nederlands, maar groeide op in Brussel, waar ze op school aanvankelijk niets begreep, ook al was het officieel haar eigen taal. Dat ze op een dag vroeg of ze naar de wc mocht, waarop de docent zei: 'Je kan gaan, maar zonder lopen.' (Sandron: 'tu peux y aller, mais sans marcher', mijn vertaling.) Tja, onder lopen verstonden ze toen in Brussel rennen (courir)... Maar als je dat niet weet, hoe moet je dan naar de wc...?
Over al die taalverschillen, ook tussen Waals en Frans, heeft ze wel het mooie commentaar: 'Maintenant que j'ai dit ça, on efface tout, car chaque auteur est un univers.' Vrij vertaald: dat heb ik nu wel gezegd, maar vergeet het weer, want iedere auteur is een universum.

Die taalkwestie, en de vraag wat typisch Belgisch is, wordt ook uitgewerkt door Jean-Michel Leclerq in 'Le grand mystère belge...' Veel zuilen, al begint dat nu wat te slijten, en verdeeld tot op de vierkante meter, en de 'fameux "consensus à la belge"'.
Tanguy Habrand belicht de specifieke moeilijkheden voor uitgevers tussen twee beknellende buren: 'Des voisins encombrants; l'édition belge entre France et Pays-Bas'. Maar dat het niet alleen kommer en kwel is, toont Michel Defourny in 'Que serions-nous sans la Belgique', waarin hij wijst op het vele illustratieve talent uit België. En als om dat nog eens te benadrukken is er een interview door Nathalie Beau met Carll Cneut (zie ook hier), een van de beste illustratoren uit Vlaanderen.

Er zijn ook nog interviews met auteur Thomas Lavachery en de uitgevers Christiane Germain en Marita Vermeulen ('Welkom in Vlaanderen!' staat er boven dit verder uiteraard Franstalige interview), er is nog een artikel over de Prix Bernard Versele, een 'Belgeoscope: quarante-sept auteurs belges à suivre' (Belgoscoop, zeveneenveertig auteurs om te volgen, op alfabet, Nederlands- en Franstalig door elkaar) en een 'Petit répertoire des éditeurs belges', dertien uitgeverijen getypeerd. 

Al met al dus een mooi stevig dossier over jeugdliteratuur in België.
Maar ja, lieve taalgenoten, wél in het Frans...

NB. La joie par les livres mag zich graag presenteren als hét documentatiecentrum voor de Franstalige jeugdliteratuur. Maar onderschat niet wat het Institut suisse Jeunesse et Médias allemaal in huis heeft. In Ricochet-jeunes is enorm veel documentatie te vinden, met bijvoorbeeld info over zo ongeveer alle auteurs en illustratoren van Franstalige kinderboeken, ook van auteurs van wie ooit werk in het Frans is vertaald, zoals bijvoorbeeld Harrie GeelenGuus Kuijer en Bart Moeyaert. Een ricochet, overigens, is het stuiteren van een voorwerp op een oppervlak, bijvoorbeeld een steentje op het water.

NB2. Middels diverse facebook-achtige berichten kwam ik er achter dat er op 21 maart ook nog een studiedag plaatsvond in de Bibliothèque Nationale de France, getiteld 'Ceci n'est pas de la littérature de jeunesse belge', met onder meer een inleiding door Wally de Doncker en diverse bijdragen door Eva DevosVoilà twee Vlamingen die het Frans kennelijk nog voldoende beheersen. (Dat schijnt namelijk achteruit te gaan - en dat in één land.)




Geen opmerkingen:

Een reactie posten