Zoeken in deze blog

donderdag 14 september 2017

Wat is echt

Edward van de Vendel moet een fijne neus hebben gehad voor het thema van Kinderboekenweek 2017 ('Gruwelijk eng!') óf een telefoontje hebben gehad van zijn uitgever: zou je niet...
Want De grote verboden zolder verscheen precies op tijd voor de Kinderboekenweek en dat lijkt me geen toeval. Op het omslag van mijn recensie-exemplaar prijkt bovendien een sticker: Kinderboekenweek Tip.
Voor de goede orde: daar is niets mis mee. Ook auteurs en uitgevers willen brood op de plank en dus willen ze boeken verkopen, liefst zo veel mogelijk.
Het geeft zo'n verhaal wel een associatie van in-opdracht-geschreven, maar ook zulke verhalen kunnen heel goed zijn. Sterker, er verschijnt een continue stroom niet in opdracht verschenen verhalen die wat mij betreft niet hadden hoeven verschijnen.

De grote verboden zolder mag er zijn. Een mooi spookverhaal met subtiel spel rond werkelijkheid en schijn, waarin vriendschap en wrange levenservaringen overtuigend zijn vervlochten.

Er is met De grote verboden zolder iets bijzonders. De auteur wil ons laten geloven dat het verhaal waar gebeurd is en tegelijk dat een deel van het verhaal misschien toch gedroomd of gefantaseerd. De verteller heet Eddie, dat om te beginnen. Lijkt erg op Edward.
Na afloop van het verhaal volgt een nawoord, 'Veertig jaar later', dat de suggestie wekt dat Eddie identiek is aan de schrijver, dat het verhaal waar gebeurd is maar ook daarin twijfel over een deel dat misschien toch ingebeeld was. Hij heeft een mailwisseling met Linea, die Eddie via haar dochter (!) op het spoor komt, want die las een van zijn boeken. Linea is het meisje dat Eddie meevoert naar de grote verboden zolder. Hij vond, meldt hij 'veertig jaar later', een boek waarin Linea tekeningen had gemaakt, tekeningen van 'spoken en trollen'. En hij raakte in de war:

Was ze de zolder vergeten? Het enige dat ze schreef is dat ze griezeltekeningen maakte en dat ze griezelverhalen las. Maar we belééfden ze ook!
Had ze dat allemaal verkeerd onthouden?
Of heb ik het zelf allemaal verkeerd onthouden?
Daar dacht ik lang over na.

Maar uiteindelijk wist ik: het maakt niet uit.

[...]

Dus: Linea heeft de jonge Eddie laten zien wie hij kon zijn.
En de jonge Eddie heeft de oudere Eddie laten zien wie hij kon zijn.
Want zo werken de beste verhalen. Zo werken de mooiste films en games. Zo werken de belangrijkste boeken. Ze wijzen ons de weg. Ze slokken ons op. En dan begint er een leven. Ons leven.

Op p. 256, aan het eind van 'Veertig jaar later', richt de verteller zich rechtstreeks tot de lezer met een cursief tekstje dat een hele pagina voor zichzelf krijgt:

Dus:
Wat ik je hier heb verteld is van begin tot eind zo gebeurd.
De meeste mensen zullen zeggen dat ik het verzonnen heb.
Dat ik het me heb ingebeeld.
Behalve jij.
Jij zult begrijpen dat het echt was.
Echter
dan de waarheid.

'Echter dan de waarheid' is iets dat al langer aan verhalen wordt toegeschreven. Wat is echt? Wat is waar? Wat is werkelijk? Het verhaal is geen documentaire maar leidt tot een inzicht dat waarachtig ('echt') aandoet en ons zo iets over de werkelijkheid leert. Dat tekstje, overigens, staat ook op p. 5, na titelpagina en colofon.

Er volgen nog twee 'Extra's'. Eén: de tekeningen van Linea. Twee: de 'half mislukte moppen'  van de wolk, of opa, Johannes, de figuur die Linea en Eddie meevoert naar vreemde hoeken van de zolder en misschien daarbuiten.
Leuk. Laat nou in het colofon staan: 'Tekeningen Linea © Simon Vermeulen'. Wie? 'Simon Vermeulen, een van mijn oud-ABCyourselvers, tekende de tekeningen die Linea in het boek maakt', meldt Edward van de Vendel op zijn blog op 23 augustus 2017. Fijn, weten we meteen dat Linea uit het brein van Edward is ontsproten.
Sowieso een relevant stukje, dus ik citeer nog een passage:

DE GROTE VERBODEN ZOLDER vertelt het verhaal van een tienjarig jongetje dat lijkt op het jongetje dat ik veertig jaar geleden was (dus zelfs nog iets langer terug). Hij is klein voor zijn leeftijd en houdt van verhalen en van fantasie. Nou ja... fantasie? De Israëlische schrijver Etgar Keret vertelde in de documentaire die onlangs over hem gemaakt werd dat zijn fantastische vertellingen voor hem 'waargebeurd' zijn. Dat de 'creatieve leugen' voor hem soms dichter bij de waarheid komt dan de waarheid zelf. Een dergelijke overtuiging ligt ook ten grondslag aan dit boek.

Mooie toelichting. Maar een leugen die dichter bij de waarheid komt dan de waarheid? Hebben we het hier niet over twee verschillende waarheden? Zoiets als inzicht en werkelijkheid?
Nóg een stukje:

DE GROTE VERBODEN ZOLDER vindt plaats in het huis waarin ik tot mijn twaalfde woonde. Dat huis stond op de kop van de basisschool, waarvan mijn vader de hoofdonderwijzer was. Er was een zolder die zich uitstrekte over alle lokalen. Daar mocht ik niet komen, want er was geen vloer, en als we naast de loopplank stapten zouden we dwars door de lokalen vallen - dood.
We hadden ook af en toe kinderen te logeren die om de een of andere reden even bij hun ouders vandaan moesten.

Die twee basisideeën zijn gecombineerd in dit boek: Linea (12) is een raadselachtig meisje, dat opeens verschijnt in het huis van Eddie (net 10). Ze lijkt hem te negeren, totdat er 's nachts op Eddies slaapkamerdeur geklopt wordt. Daar staat Linea. Ze wil dat Eddie meekomt naar... de Grote Verboden Zolder.

Hiermee biedt Edward een introductie die mij afdoende lijkt, dus dank.

Wat er op die grote verboden zolder gebeurt, ga ik hier uiteraard niet vertellen. Het is in ieder geval spannend. Laat ik het er maar op houden dat Eddie en Linea samen de boze geesten uit Linea's leven bevechten, tot en met de verschrikkelijke Bankman, een cycloop-achtige figuur. En tegelijk overwint Eddie daarmee de angsten die zijn eigen leven soms beheersen.
En Linea, zo blijkt gaandeweg, logeert bij hen omdat haar vader even niet meer verder kan en zich opsluit. Hoe en wat, doe ik evenmin uit de doeken. Het komt wel goed (blijkt 'Veertig jaar later').

Tja, en die jonge verteller Eddie ontsnapt zo ook behendig aan de valkuil van andere jonge of heel jonge vertellers in wat met een lelijk woord soms ik-verhalen wordt genoemd: dat ze vertellen met een stijl die de hunne eigenlijk niet kan zijn, zo vaardig en soepel. Vooral als ze dan ook nog in de onvoltooid tegenwoordige tijd vertellen, als een soort verslag ter plekke.
Dít verhaal wordt immers achteraf verteld (in de onvoltooid verleden tijd) en de de verteller blijkt veertig jaar later een auteur. Daarmee wint dit verhaal ook aan waarachtigheid. Want vertellen kan-ie echt wel, zie voor prachtige staaltjes p. 36, 81 en 144, en, ach ja, overal.
Ik citeer één zinnetje, dat van p. 81:

Ze praatte overdag alleen met papa en mama, en bij het eten deed ze net alsof ik een stukje groente was dat naast haar bord terecht was gekomen.

Goed gedaan, Eddie.






Edward van de Vendel. De grote verboden zolder. Querido, 2017. ISBN 978 90 451 2069 0, 272 p.

PS. d.d. 6-10-2017. Zie voor een mooi lijstje griezelboeken (in het kader van Kinderboekenweek 2017) hier, op het blog van Richard Thiel.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten