Zoeken in deze blog

woensdag 13 maart 2013

Schoon en groot

Twee lastige woorden in het Nederlands. Onlangs kwam ik groot nog tegen in Wikipedia bij de beschrijving van Multatuli, in verband met de Woutertje Pieterse prijs. Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker) kwam ooit in een tv-programma De grootste Nederlander terecht op de 34e plaats. 'Door middel van een verkiezing werd vastgesteld wie volgens het Nederlandse publiek de grootste Nederlander aller tijden is.'
Top tien:

Pim Fortuyn (politicus) [feitelijk tweede.]
Willem van Oranje (Vader des Vaderlands), [feitelijk eerste.]. Feitelijk geen Nederlander maar Duitser.
Willem Drees (premier in vier naoorlogse kabinetten)
Antoni van Leeuwenhoek (baanbrekend cel- en microbioloog met microscoop)
Desiderius Erasmus (filosoof, humanist)
Johan Cruijff (een van 's werelds grootste voetballers en coaches)
Michiel de Ruyter (Nederlands admiraal, groot zeeheld)
Anne Frank (Joods meisje, omgekomen in Tweede wereldoorlog; Geboren Duitse, vanaf 1941 staatloos.
Rembrandt van Rijn (schilder)
Vincent van Gogh (schilder)

Nou gaat het me even niet om de rariteit van de gekozen namen (Cruijff naast Erasmus, bien étonné!), maar om dat grote. Anne Frank was helemaal niet zo groot en kreeg helaas de kans niet om tot volwassen grootte door te groeien. Ook Willem van Oranje was, meen ik, niet zo'n grote man. Fortuyn was wel redelijk lang.
De Britten hebben hier niet zo'n last van. De greatest Briton hoeft niet per se de tallest Briton te zijn. Een great painter is beslist niet altijd een big of tall painter. Ook de Duitsers doen het anders: hún versie van dit tv-programma heette Unsere Besten. Helmut Kohl, beslist ein großer Mann, staat op nummer 13. Maar uit een artikel als 'Hitler, ein großer Mann?' (Der Spiegel, 1-2-1989) blijkt dat ook het Duits de dubbele betekenis kent.
De Fransen kennen eveneens de verwarring, hun plus grand français (ook al zo'n tv-programma, er is in de periode 2000-2005 erg leentjebuur gespeeld) zou ook de langste Fransoos kunnen zijn: het was namelijk Charles de Gaulle en die was inderdaad aan de grote kant.

Een groot schrijver of een grote schrijver? Hier horen we het verschil wel. Maar mocht je je afvragen wie de grootste schrijver ooit was: wat of wie bedoel je?

Schoon is ook een vervelend woord. Of misschien vooral schoonheid.
Leuk om te vermoeden dat ook Bregje Boonstra worstelde met dit naar zeepsop klinkende woord toen ze een van haar boeken Wat een mooite! noemde (Querido, 2009). Wat klinkt dat directer, onbekommerder en eh, mooier dan Wat een schoonheid!.
Schoon is je huis na een stevige poetsbeurt en alleen in het zuidelijk deel van ons taalgebied betekent schoon ook nog mooi, zoals in het Duits (schön). In het noordelijk deel krijgt het woord alleen die betekenis in een bepaalde context en klinkt het altijd wat plechtig en ouderwets. In een schoon kleedje splitsen zich Noord- en Zuid-Nederlands (ofwel Vlaams) tussen een versgewassen vloerkleedje en een welgekozen kledingstuk.
Over de schoonheid van een huis na een poetsbeurt wordt echter zelden gesproken. Ondanks de dappere poging van Bregje heeft men het nog altijd over de schoonheid van een kunstwerk en daarmee bedoelt men niet dat het zojuist is afgestoft. Tussen een mooi kunstwerk en de schoonheid van een kunstwerk treedt plechtigheid aan, die slechts ontbreekt als een mooie dame (of heer) de loftuiting schoonheid krijgt toegeroepen.

Intussen toont deze bespiegeling dat er veel mooite schuilt in taal.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten