Zoeken in deze blog

maandag 31 januari 2011

Annie M.G. 100 jaar

Men kan zich er maar beter vroeg op voorbereiden: op 20 mei 2011 is het honderd jaar geleden dat Annie M.G. Schmidt werd geboren.


Uitgeverij Querido is van plan dat niet onopgemerkt te laten passeren en liet al op 18 januari jl. weten dat er een reeksje nieuwe uitgaven aankomt, zoals nu meteen een bundel Jip en Janneke: Er is er een jarig en in mei een bundel 100 x Annie, met illustraties van 'Fiep Westendorp, Wim Bijmoer, Philip Hopman en vele anderen'. Ieder maand 'staat een andere klassieker van Annie M.G. Schmidt in de schijnwerpers'. Daarmee wordt bedoeld: 'Rondom dat boek worden activiteiten en kortingsacties in de boekhandel georganiseerd, en zijn allerlei materialen te bestellen of te downloaden'. Er is een maandelijkse prijsvraag.
In januari staan Jip en Janneke 'in de schijnwerpers'. Dan hebben we die maar gehad, zou ik denken, maar natuurlijk staat op de website van de uitgever iets heel anders: 'Jip en Janneke zijn niet meer weg te denken uit ons collectieve geheugen en daardoor nog altijd springlevend. Wat er in de wereld om hen heen ook gebeurt, Jip en Janneke blijven tijdloos, al vijftig jaar!'
Al 50 jaar 'tijdloos blijven' is inderdaad knap. Ik vermoed dat over honderd jaar niemand behalve een kleine schare deskundigen weet wie Jip en Janneke zijn.
Over 'ons collectieve geheugen' weten prinses Maxima en politicus Geert Wilders wellicht een interessant en verhelderend gesprek te houden. Feit is dat in 2002 politicus Bas Eenhoorn de term jip-en-janneke-taal gebruikte in de kennelijke veronderstelling dat iedereen zou begrijpen wat hij bedoelde - en dat bleek zo. De term dook daarna geregeld op, op 24 november 2008 nog tijdens een debat georganiseerd door de Nederlandse Taalunie over 'Burger, Taal en Overheid'.
Volgens Wikipedia 'is de geestelijk vader van de term Jip-en-Janneketaal Peter Zuydgeest, eind jaren tachtig voorlichter bij de gemeente Voorburg. Voor zijn trainingen Begrijpelijk Schrijven voor ambtenaren maakte hij een poster met als slogan 'Burgemeester Eenhoorn schrijft begrijpelijk. Vindt hij. Maar begrijpelijk voor wie? Jip en Janneke of Einstein?'' Eenhoorn was van 1983 tot 1996 burgemeester van Voorburg.

Over het werk van Annie M.G. Schmidt ga ik me hier niet verder uitlaten. Dat deden en doen anderen al genoeg (zie ook Leesplein en Kjoek), zeker in mei aanstaande.
Om misverstanden te vermijden: men kan (zoals ik hierboven) twijfelen aan de 'tijdloosheid' van Jip en Janneke, maar er is genoeg te vinden in haar werk om haar te bestempelen tot een van de belangrijkste auteurs van jeugdliteratuur en musicals in het Nederlands taalgebied.

NB. Op 4 februari begreep ik van Laten lezen dat er een 'kleine gelegenheidstentoonstelling' over Annie M.G. Schmidt is in het Letterkundig Museum in Den Haag. ' In het museum zijn sinds vrijdag onder meer een briefje, foto´s, knipsels en een vroeg gedichtje van de kinderboekenschrijfster te zien. '

zondag 30 januari 2011

Groninger Vertelsalon

Wie aanstaande vrijdag (4 februari) in de buurt van Groningen is en zin heeft om een verhaal te vertellen dan wel naar verhalen van anderen te luisteren, doet er goed aan de sessie van de Eerste Groninger Voorlees- en Vertelsalon in Stedum te bezoeken. Wees er dan wel op voorbereid dat men soms in het Gronings vertelt of zingt. Voor wie dat geen bezwaar vindt, kan de bijeenkomst inspirerend zijn.
Uw blogger was aanwezig bij de eerste Salon, in 1987, toen Belcampo (die nu uiteraard in de hemel is, zie Het grote gebeuren) vanaf een kansel (!) een 'een vergeten hoofdstuk uit het Oude Testament' voorlas. Ik weet nog dat ik het een memorabele bijeenkomst vond, maar wat het vergeten hoofdstuk inhield, ben ik helaas vergeten.
De Salon vindt plaats in het het dorpscafé 't Oude Raedthuys in Stedum, vanaf 20:00, toegang gratis.
Inlichtingen: Eldert Ameling, tel. 0596 551608, of Francien Braaksma, die lang deel uitmaakte van de redactie van Leesgoed.

Parlez-vous français Charles Brown?


Zestig jaar Peanuts: het is in onze streken deze zomer al herdacht, met als aanleiding de tentoonstelling die het Nederlands Stripmuseum in Groningen er aan wijdde. Er verschenen artikelen in o.a. Trouw en Het Parool. Aan de vroege kant, want de eerste strip van Charles Monroe Schulz (1922-2000) over Charles Brown, Snoopy enz. verscheen op 2 oktober 1950.
In Frankrijk kwam de aandacht wat later, door een tentoonstelling tijdens het grote strip-evenement in Angoulême (38e editie 27-30 januari jl., 200.000 bezoekers). Voor de opening van deze tentoonstelling kwam Joyce Halverson, Schulz' weduwe over, en men had de ambassadeur van de VS in Frankrijk gestrikt, groot spektakel dus:

Dominique Poncet, samensteller van de tentoonstelling, geeft hier op 29 januari jl. uitleg aan Joyce Halverson, terwijl ambassadeur Charles Rivkin blij verrast een andere kant uitkijkt.

De organisatoren van Angoulême houden een grote fotoverzameling op de website bij en tijdens het festival wordt uiteraard een reeks prijzen uitgedeeld. Uit de volgende foto, van alle prijswinnaars samen, blijkt dat men kinderen niet geheel overslaat:

Is het gezelschap een afspiegeling van het lezerspubliek? Ik ontwaar enkele vrouwen, maar zie hoofdzakelijk jongens van 8 tot 80 jaar. Maar dat is natuurlijk vals: op een foto van bekroonden tijdens een kinderboekenevenement staan óók hoofdzakelijk volwassenen.

Tussen de bekroonde titels overigens bij mijn weten geen enkele Nederlandse of Vlaamse titel.
Zie over strips (en hun lezers) ook mijn bericht d.d. 26-1, 'Gezellig samen: Obama en Palin'.

PS. Op 1 februari schreef Joost Pollman over Angoulême een stukje in de Volkskrant, met de mooie subkop: 'Wat Cannes is voor de film, is Angoulême voor la bande dessinée. Alles op het gebied van de stripkunst komt er samen. En de industrie dijt uit: naar games, grafisch ontwerp en animatie.' Hij signaleerde onder meer de expositie 'Parodies: la bande dessinée au second degré'. Daar viel onder meer onderstaande strip te bewonderen:


Da capo al fine.

zaterdag 29 januari 2011

Zingen op school


Schoolmuzikanten en kunsteducatoren zijn een actie beginnen om meer muziek op de basisschool te krijgen: Muziek telt! De website begint met een rasechte pedagogen-uitspraak: 
' Muziek maken is belangrijk voor kinderen. Het maakt slim en sociaal en verbetert het concentratievermogen. Muziek is een uitlaatklep en vormt een voedingsbodem voor latere cultuurdeelname. Muziek telt! wil dat alle kinderen in aanraking komen met muziek, op school of daarbuiten. Van jongs af aan en in allerlei vormen. '

Toch is het een ' een initiatief van Muziek Centrum Nederland, Fonds voor Cultuurparticipatie en Kunstfactor. In een periode van drie jaar willen deze organisaties meer muziek brengen in het leven van kinderen, in het onderwijs en daarbuiten. '

Bedoeld wordt ('muziek maken') dus actief muziek maken en wellicht ook praten over muziek. 
Want muziek beluisterd wordt er volgens mij al heel veel, het schalt aan alle kanten de huiskamers en winkelcentra binnen en voor scholieren is het de gewoonste zaak om met een koptelefoon vol muziek op het hoofd huiswerk te maken. En moet ik nog herinneren aan Idols of The Voice of Holland? Kinderen komen zo ruimschoots 'in aanraking' met muziek, zij het dat pop-muziek en (andere) muzak overheersen.

De ambities zijn groot:

Hoe pakken we het aan?
Door het vormen van een zich steeds verder uitbreidend netwerk van mensen en organisaties met dezelfde ambitie. Door het bieden van inspiratie voor lessen en het delen van de passie voor muziek in woord en beeld. Door nieuwsberichten en onderzoeksgegevens te verspreiden, en discussie uit te lokken. Voor iedereen die verbonden is met het onderwijs, de muziekwereld of de politiek. Muziek telt! zet muziekeducatie op de kaart, door verbinding te zoeken met andere sectoren en kruisbestuivingen in het onderwijs te realiseren. Want het werkt: muziek gekoppeld aan taal en rekenen versterkt het leren. Bij het samen spelen en leren luisteren naar elkaar is muziek onmisbaar.

Campagne
Verschillende (muzikale) ambassadeurs verbinden hun medewerking aan Muziek telt!, als gezicht in de campagne en voor het ondersteunen van de boodschap in de media. Dit zijn smaakmakers van de Nederlandse muzieksector en aansprekend voor een breed publiek. Sinds de lancering van Muziek telt! zetten mezzosopraan Tania Kross, Phil Tilli (gitarist van Moke) en Edwin Rutten zich in voor het initiatief, samen met de kinderen Jiske (7), Niall (10) en Wouter (12).

Waar en wanneer?
Muziek telt! is het hele jaar door in het land aanwezig, om voorlichting te geven en het netwerk uit te breiden. Door aanbieders van muziek te koppelen aan scholen en kinderen, ontstaat een waardevolle en praktijkgerichte bijdrage aan het stimuleren van muziek in het leven van kinderen. Parallel probeert Muziek telt! zowel de overheid als het onderwijs te bewegen om structurele en hoogwaardige aandacht te schenken aan muziek in het lesaanbod. Tegelijkertijd biedt deze website, de spil in de communicatie, een continue online platform om goede initiatieven te tonen en te delen. Kijk in de agenda naar interessante events en volg het nieuws om te zien waar de laatste ontwikkelingen plaatsvinden. '

Er gaat ook gezongen worden. Zing es is deel van de campagne.
Alle kinderen van groep 1 tot en met 5 zingen op school, dat is de ambitie van Zing ‘es. Zingen is niet alleen leuk en ontspannend, maar ook belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Toch geven op dit moment lang niet alle scholen structureel aandacht aan zingen. Zing ‘es wil daar verandering in brengen. '

Waarop een tekst volgt waarvan mij even niet duidelijk was voor wie die bedoeld is, kinderen of onderwijsgevenden:
Lezen, schrijven en rekenen zijn belangrijke vakken op de basisschool. Wij zijn er van overtuigd dat zingen kinderen helpt bij deze vakken. Taalontwikkeling, concentratie, samenwerken, op elkaar wachten. Allemaal dingen die een kind leert tijdens het zingen! En waarom zou een kind rekentafels niet zingend leren? Zou dat niet veel sneller en leuker gaan?

Zing ‘es is bedoeld voor groepsleerkrachten die graag willen zingen met hun klas. Op dit deel van de website vind je binnenkort:
•    Liedjes, voorzien van een lesbrief en hulpmiddelen voor groepsleerkrachten.
•    Filmpjes met goede voorbeelden.
•    Links naar websites met heel veel lesmateriaal.
•    Een agenda met Zing ‘es bijeenkomsten.
•    Ondersteuning bij het zingen met de kinderen van uw klas.

Wordt jouw school ook een Zing ‘es school?
Gaat jouw klas meedoen met de verkiezing van het lied van de maand?
Stuur je een filmpje in met een leuke les of flitsend optreden?
Doe je mee met de grote landelijke Zing ‘es dag?

Lees binnenkort meer op dit deel van de website van Muziek telt!
Schrijf je in voor de nieuwsbrief, om op de hoogte te blijven van Muziek telt! en Zing’es! ' 

Ik vermoed dat besloten is onderwijsgevenden te tutoyeren, zoals sommige bedrijven (Ikea, telefonie-aanbieders) dat ook doen. Nog wat onwennig ('Ondersteuning bij het zingen met de kinderen van uw klas').

Wat me verbaasde is dat met name onderwijsgevenden worden aangesproken die graag willen zingen met hun klas. Ik zou er voor pleiten om juist meesters en juffen te gaan porren die nog niet graag zingen met hun klas. Voor muzikale en zing-grage onderwijsmensen is genoeg materiaal op de markt, zoals ik afgelopen dinsdag op de Nationale Onderwijs tentoonstelling kon vaststellen. Lijkt een beetje op leesbevordering voor mensen wier lezen niet bevorderd hoeft te worden. 
Waarschijnlijk denkt men dat goed voorbeeld doet volgen (zie de beloofde filmpjes) en natuurlijk, het aanbieden van nog meer materiaal vergroot de keuze. 
Overigens, wee de kinderen die in handen vallen van een volstrekt amuzikale juf of meester, die toch 'iets met muziek' wil doen. Op de basisschool van mijn zoon besteedde het niet zo muzikale team dit uit aan de enige wel muzikale collega en dat was een redelijk succes - tot hij een andere baan kreeg en van school verdween. Dat komt vast vaker voor. 
Ik zou er dan ook voor willen pleiten dat muziek op school wordt uitbesteed aan een vakleerkracht, net zoals met gymnastiek. Bij mijn weten bieden de conservatoria daarvoor nog steeds een opleiding aan.
Maar ja, die schoolbudgetten...

Er worden ook liedjes beloofd. Dat maakt nieuwsgierig, en dat raakt aan de jeugdliteratuur. Ik heb me ingeschreven voor de nieuwsbrief.



donderdag 27 januari 2011

Boekenschrijfmachine

De illustraties van Jasper Rietman bij het artikel door Katja de Bruin in VPRO-gids 2011-5 zijn te mooi om in week 6 bij het oud papier te doen. Het artikel gaat over 'jongerenfantasy': Gone - verlaten,  Gone - honger en Gone - leugens van Michael Grant (Van Holkema & Warendorf, vert. Maria Postema), Hongerspelen, Vlammen en Spotgaai van Suzanne Collins (Van Goor, vert. ook Maria Postema) en Matched van Ally Condie (Lemniscaat, vert. Jesse Goossens). Met de hoge verkoopcijfers als aanleiding en de Twilight-reeks als aanloop.
Tekenaar Jasper Rietman had zo zijn eigen ideeën, zie deze boekmachine:














En voor wie wil weten hoe die ongeveer werkt:






















Waarvan acte.

Weten waar de woorden zijn

Op 4 maart verschijnt bij De Witte Uitgeverij Weten waar de woorden zijn, een vakboek over 'een hele schoolloopbaan creatief stelonderwijs' van Mariet Lems, dichter, literair consulent en lid van de redactie van Boekidee, het praktisch katern in Leesgoed.

Ze heeft er hard aan gewerkt en ik ben benieuwd naar het resultaat.

Maar 'creatief stelonderwijs', kunnen we daarvoor echt niet een andere term verzinnen?



Ik kan het als ex-uitgever niet laten om even te wijzen op een ander boek over schrijven met kinderen: Denken met je vingers, van Bert Kouwenberg, auteur, onderwijzer en jarenlang lid van de redactie van Leesgoed. Het verscheen in 2007 bij Biblion Uitgeverij, de uitgeverij die momenteel door moeder NBD/Biblion wordt doorgelicht.

IBBY-congres Londen 2012

Het is op diverse andere sites al vermeld, waaronder Leesplein en (uiteraard) IBBY Nederland: het volgende wereldcongres van de International Board on Books for Young people (IBBY) vindt plaats van 23 tot en met 26 augustus in Londen, in het Imperial College London in South Kensington. Zie de congreswebsite, waar men zich ook als geïnteresseerde kan melden. (Inschrijving start 2012.)
Het thema wordt Crossing Boundaries: Translations and Migrations. Met de volgende toelichting:

We will explore how books and stories for children and young people can cross boundaries and migrate across different countries and cultures. The congress will look at issues such as globalisation, dual-language texts, cultural exchange and the art of translation. '

En over het programma:

The congress programme will include plenary sessions with keynote speakers and a variety of seminars and workshops exploring different facets of the main congress theme. In addition, the congress will play host to the IBBY General Assembly and to the presentation of the IBBY Honour List, the IBBY Asahi Reading Promotion Award and the Hans Christian Andersen Awards. 
There will also be the opportunity to meet colleagues at professional meetings. The official congress language will be English. A simultaneous translation service will be provided into Spanish and other languages wherever possible. '

woensdag 26 januari 2011

Gezellig samen: Obama en Palin

Van strips is nooit zeker wie ze leest. In Frankrijk worden ze zonder meer tot de jeugdliteratuur gerekend: een vakblad als La revue des livres pour enfants neemt net zo goed recensies van strips (bd, bandes dessinées) op als van boeken voor kinderen en jongeren. In Nederland en Vlaanderen (nota bene de bakermat van veel bekende strips) heeft men in kinderboekkringen de neiging ze over te slaan. Striplezers hebben hun eigen kringen, bijvoorbeeld rond het Stripschap, en die lezers blijken vaak heel of half volwassen mannen te zijn, zoals wat bezoeken aan stripwinkels kan leren.
Dat zal eveneens gelden voor het Amerikaanse stripbedrijf Archie en hoe dan ook lijkt hun aanbod niet bedoeld voor onder de 12 jaar, eerder voor tieners en ouder. Zie bijvoorbeeld de ' international mega-hit, “Archie: Will You Marry Me?” story arc ':
The Archie Wedding: <i>Archie in Will You Marry Me?</i>

Hoe dan ook, opmerkelijk is hun aankondiging van een tweetal delen met als hoofdpersoon Barack Obama en Sarah Palin:


Bien étonnés de se trouver ensemble... Zeker na de recente troebelen rond Palin's schietschijf.

Opmerkelijk is trouwens dat er over mevrouw Palin zelf bij Antarctic Press van Ben Dunn & Jim Felker óók twee strips verschenen: Steampunk Palin:
steampunk-palin

en Rogue Warrior:
No Image

Is het de vraag of Sarah Palin echt blij is met deze uitgaven, dat geldt nog meer voor de volgende uitgaven bij Antarctic Press over Barack Obama: President Evil...
No Image
... en drie volgende delen. Hieronder de inhoudsbeschrijving van het eerste deel;
Threat condition RED! Trillion-dollar deficits, machine gun-toting soccer moms, money-hungry contractors and flesh-hungry super soldiers led by 200 years' worth of undead Presidents! Can we stop this new national nightmare? YES WE CAN!
It’s time to set aside our partisan differences and petty bickering and unite behind "Ba-rot" Obama, the one man that can bring hope to our troubled shores. When the outgoing administration’s plan to shore up our depleted military’s troop numbers goes awry, Washington D.C. becomes ground zero for all-you-can-eat action, destruction, and some change you can believe in! ' Auteur van de strip: David Hutchison.

' America: a place where all things are possible... ' (Vrij uit Obama's rede in Chigaco.)

Commentaar van de baas van Antarctic Press, Jon Goldwater (bron): ' It really gets back to the idea of 'can't we all get along'. Both [Palin en Obama] want what's best for America, so we came up as an idea of how we put the President and the woman who I consider the de facto head of the Republican Party in a story set in Riverdale, which is an inclusive place where everybody gets along. '


zondag 23 januari 2011

Never Ending Stories

was de mooi gekozen titel van een internationaal symposium over hoe bekende oude verhalen voor kinderen werden en worden aangepast, of, 'adaptation of canonical texts in children's literature'. Het vond plaats in Gent, 20-21 januari 2011, in een zaal van het even statige als sleetse hoofdgebouw van de Gentse universiteit, en was georganiseerd door Sylvie Geerts en Sara van den Bossche.



Wat is een verhaal? Vraag je het een jurist, dan wordt dat mogelijkheid van of gelegenheid tot schadeloosstelling, maar dat valt buiten ons kader. Volgens mijn Van Dale (een oude, 10e druk) is het een 'mondelinge voordracht van gebeurtenissen die geacht worden te hebben plaatsgevonden'. Dat is een wonderlijke definitie, maar nog altijd minder slecht dan die van Wikipedia: 'een meer of minder fictief relaas van een of meer gebeurtenissen die de hoofdperso(o)n(en) meemaken' . (Wat is 'meer of minder fictief'?) (Wat is een relaas?) (Is het relaas fictief of de gebeurtenissen? Of de hoofdpersonen?)
Teksten van Nederlandse grootheden als Frank C. Maatje (lesvoer uit mijn studietijd) en Mieke Bal heb ik zo diep weggeborgen dat ik ze even niet kan raadplegen.
Ik zou het in de termen van Van Dale houden op een voordracht van gebeurtenissen die geacht worden verzonnen te zijn. Waarbij voordracht dan staat voor een samenhangende reeks woorden en/of beelden, en onder gebeurtenissen ook gedachten, wilsuitingen en gevoelens gerangschikt mogen worden. Dat zijn als het ware innerlijke gebeurtenissen. Een roman is een lang verhaal, een novelle iets minder lang.

Maar neem nu de Exercices de style (1947) van Raymond Queneau, waarin ofwel hetzelfde verhaaltje op 99 manieren wordt verteld, ofwel 99 verhaaltjes verteld worden die sterk op elkaar lijken. (Wie Frans verstaat, zie ook hier. Het werd goed in het Nederlands vertaald door Rudy Kousbroek, 1978, de vertaling is niet meer verkrijgbaar.) (Queneau is ook de auteur van het prachtige Zazie dans le métro, 1959, maar dat doet er nu even niet toe.)
Of neem nu Assepoester. Is Cinderella van Walt Disney hetzelfde verhaal als dat in van Charles Perrault, of hebben we hier twee verhalen die de titel en enkele hoofdpersonen delen? En hoe zit het met de diverse vertalingen of bewerkingen? Lien Fret gaf over die vertalingen of bewerkingen in het Nederlands een lezing die nogal wat verschillen toonde. Vanessa Joosen min of meer idem, maar dan aan de hand van wat er met de Kinder- und Hausmärchen van de broeders Grimm gebeurde, terwijl Bettina Kümmerling-Meibauer de Werdegang van E.T.A. Hoffmann's Nußknacker und Mausekönig belichtte. Die laatste lezing ging overigens niet zozeer over bewerkingen als wel over de grote verschillen in waardering die dit kunstsprookje ondervond.

Dat je met mythen en sprookjes ook met ideologische bedoelingen op de loop kan gaan, vertelde Sylvia Warnecke in haar vertoog over het in de DDR gestarte project waarbij deze oude verhalen naar DDR-snit werden bewerkt. Warnecke is wat de DDR betreft ervaringsdeskundige: ze groeide er in op. Diverse in de DDR bekende literaire deskundigen namen aan dit project deel, en de auteur was Franz Fühmann. Het project had volgens haar, als ik het goed heb begrepen, een opmerkelijk effect op de deelnemers: gaandeweg nam het ideologisch gehalte af.


Is een verhaal dan enkel een geraamte? Een reeks fictieve gebeurtenissen die in een bepaalde volgorde plaatsvindt met tenminste enkele hoofdpersonen? Maar dan is de samenvatting van het verhaal ook het verhaal. Dan kom je uit bij de Nederlandse Volksverhalenbank en tref je bij, bijvoorbeeld, het verhaal (?) 'Ali Baba en de veertig rovers dit lemma aan, bestaande uit een kort verhaal (of samenvatting?) en een stukje over verschillende versies. En je komt uit bij het monumentale werk van Antti Aarne en Stith Thompson, dat bekend staat als het Aarne-Thompson classification system. Deze twee sprookjesonderzoekers hebben oude verhalen ingedeeld naar motieven en hoofdpersonen en het resultaat is een index waarin ieder type verhaal een nummer kreeg. 'De wolf en de zeven geitjes' bijvoorbeeld is AT 123.


Jan van Coillie toonde in zijn lezing over Andersen's Kleine Zeemeermin (hier Engelse tekst) nog grotere verschillen. Walt Disney leende voor zijn Little Mermaid titel en enkele hoofdpersonen, maar gaf aan de reeks gebeurtenissen en de wijze waarop de hoofdpersonen zich gedragen zo'n andere draai dat het de vraag is of hier nog van hetzelfde verhaal mag worden gesproken. Andersen's verhaal zit vol 'innerlijke gebeurtenissen' (zie boven), in de Disney-versie valt dat wat tegen, Andersen biedt drama, Disney verstrooing voor de hele familie. Een Never Ending Story? Hm. Dit geldt mutatis mutandis natuurlijk voor alle Disney-versies van sprookjes.

Daarmee sneed hij, niet als enige, ook aan wat er gebeurt als een verhaal in woorden wordt omgezet in een verhaal in bewegend beeld met geluid: theater of film.
Aidan Chambers, die het symposium afsloot, hield daarover een mooi vertoog, en soms een dialoog want hij had de Vlaamse acteur Robbie Cleiren uitgenodigd om nog beter te kunnen vertellen hoe De Tolbrug bewerkt werd tot een theaterstuk voor drie acteurs (1998, theatergroep Ibycus). Ook in dit geval is het de vraag of het hier om twee verschillende verhalen met overeenkomstige thema's en hoofdpersonen gaat, of om één verhaal dat op twee zeer verschillende manieren wordt voorgedragen. Voor Chambers was het een grote verrassing wat de drie acteurs en de decormaker van zijn verhaal maakten, en hoe zij met zijn script ('a disaster') op de loop gingen en er letterlijk geen woord van heel lieten. Toch was hij heel blij met het resultaat en voor hem mocht het wel degelijk nog steeds de naam van zíjn verhaal dragen.

Het bewerken van oude verhalen wordt vaak gezien als een degradatie van 'oorspronkelijk werk'. Dat geldt wat recensenten betreft met name voor wat er uit de Disney-studio's komt of wat er verschijnt aan goedkoop flodderwerk. Maar bewerkingen kunnen ook leiden tot nieuwe, creatieve vondsten. Een pleidooi in die richting hield Julie Sanders en kwam ook enigszins terug in het vertoog van achternaamgenoot (geen familie) Joe Sutliff Sanders over Tesuwan Atom.
Daarbij kwam ook het citeren van beelden of passages ter sprake. John Stephens moet veel films en theaterstukken gezien hebben met het idee, I've seen this before. Want hij voerde in zijn lezing een reeks van zulke echo's op, en dan met name (als voorbeeld) in The Yggyssey van Daniel Pinkwater.

Hier laat ik het bij. Daarmee doe ik ongetwijfeld het programma niet helemaal recht, al was het maar doordat ik de eerste ochtend door omstandigheden (zieke geliefde) miste, waaronder key note spreker Zohar Shavit, en omdat ik Franci Greyling's mooie vertoog over het optekenen van Zuid-Afrikaanse verhalen (project Storiewerf) onbesproken laat en zo meer.
Het moge duidelijk zijn dat het programma veel bood.
Er wordt gewerkt aan een bundel, maar volgens Sara en Sylvie kon het nog wel twee jaar duren voordat het er is.



Donald Sturrock

Donald Sturrock
... schreef een biografie van Roald Dahl, die ik nog hoop te kunnen bespreken. Op donderdagavond 21 januari interviewde Karin Kustermans hem ter gelegenheid van de presentatie van de Nederlandse vertaling van die biografie, georganiseerd door uitgeverij De Geus en DeBuren. Het interview vond plaats in Gent, in het statige pand van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
Karin had zich uitstekend voorbereid, en Donald Sturrock bleek een onderhoudende verteller.

Uit het interview leerde ik dat Roald Dahl wat schrijven betreft een perfectionist was, die bleef schaven aan zijn tekst tot hij hem goed genoeg vond en daarbij ook advies vroeg aan de redacteur van zijn uitgeverij en anderen. Verrassend: die tekst die zo gemakkelijk lijkt opgeschreven is dus het resultaat van noeste arbeid. Het is natuurlijk juist dat harde werken dat leidde tot teksten die zo als vanzelf uit de pen lijken te zijn gekomen.

File:JamesAndTheGiantPeach.jpg
Dahl was volgens Sturrock ook niet heel zeker van zijn kunnen, maar wel ambitieus. Hij was in eigen ogen al eens mislukt als romanschrijver en als schrijver van korte verhalen was hij ook vastgelopen. Pas na lang aandringen van zijn literair agent begon hij aan zijn eerste kinderboek (James and the Giant Peach, 1961).
Het is, vond Sturrock, droevig dat Dahl te vroeg stierf (23 november 1990) om ten volle te kunnen ervaren hoeveel succes zijn verhalen voor kinderen hebben gekregen. Want die ervaring had hij wel nodig, ter bevestiging van zijn schrijverschap.
Roald Dahl verscheen in dit interview als een persoonlijkheid met veel dimensies. Hij was een geboren verteller, die als het hem uitkwam ook de waarheid naar zijn hand zette en bijvoorbeeld een prachtverhaal kon vertellen over dat oude keukenmes dat hij van zijn vader had gekregen en nog van zijn grootvader was enzovoort, waarvan dan later iemand anders uit het Dahl-huishouden Sturrock toevertrouwde dat het 'just an old kitchen knife' was. Hij kon ruthless zijn en scherp uit de hoek komen (bekend is zijn afkeer van mannen met baarden), maar hij kon ook charmant en gastvrij zijn, en bovenal zeer trouw. Bekend zijn de fenomenale inspanningen die hij zich getroostte om zijn (toenmalige) echtgenote Patricia Neal weer op de been te krijgen na haar hersenbloeding in 1965, een helingsproces dat o.a. is geportretteerd in de film The Patricia Neal Story (1981). Hij was volgens Sturrock ook een fantastische vader - zolang zijn kinderen jonger dan 12 waren. Met dwarse pubers kon hij niet zo goed overweg.

Overigens scheidden Roald Dahl en Patricia Neal in 1983, waarna zij nog leefde tot 9 augustus 2010: een prachtig in memoriam is te vinden in The New York Times. Aanleiding was een relatie van Roald met haar vriendin Felicity Crosland - die in 1983 met Roald trouwde.
Er is over Roald Dahl veel te vertellen - maar ik denk dat Donald Sturrock dat al beter heeft gedaan en kan nu al aanraden om dat boek te gaan lezen.



OORSPR. TITEL Storyteller: The Life of Roald Dahl
OORSPR. TAAL Engels
VERTALER Marianne Gossije
ISBN 9789044511383
AANTAL BLZ. 768
PRIJS € 29.90
EERSTE DRUK 12 01 2011
UITVOERING Gebonden

dinsdag 18 januari 2011

Het leven is vurrukkulluk

Persbericht van de CPNB: Het leven is vurrukkulluk van Remco Campert wordt het weggevertje in de editie 2011 van de campagne 'Nederland leest!'. 'Je eindigt nog eens hijgend voor de hekken van de kleuterschool' is een zin die me bij is gebleven, uitspraak van Mees over Boelie óf omgekeerd. En Panda was toch ook het meisje dat het deed met de Best Gekapte Schrijver van Nederland? O nee, dat was Liesje in Tjeempie!, of Liesje in Luiletterland, ook van Remco Campert.
De keuze zal vast enige tegenzin ondervinden in benepen kringen, maar is interessant voor jongeren. Het leven is vurrukkulluk laat zich makkelijk lezen door tieners en grote kans dat de meesten het ook waarderen, hooguit wat saai vinden. Laten we wel wezen, vergeleken met Oh oh Gherso of New Kids Turbo is Het leven is vurrukkulluk welbeschaafd en ingetogen.
Remco Campert over zijn boek in een interview met Jan Brokken:

' ‘Het dichten is nooit in Frage geweest. Ik ben begonnen met dichten. Daarna schreef ik korte verhalen Mandril, onder invloed van de short stories in de New Yorker. Uit bijna commerciële overwegingen ben ik romans gaan schrijven. Met dichten kon ik mijn brood niet verdienen, en ik wilde niet altijd blijven bedelen bij het ministerie van OK en W. Ik wilde ook niet afhankelijk worden van klussen. Boeren krijgen ook subsidie, zeggen sommige mensen, maar ik ben geen boer, ik ben schrijver, en ik wil als schrijver vrij zijn. Daarom heb ik Het leven is vurrukkulluk geschreven. Het moest een best-seller worden, en dat is gelukt. Sindsdien heb ik nooit meer mijn hand hoeven ophouden. Ik heb het boek met veel genoegen geschreven. Het ontstond spontaan.
Op een avond zat ik achter mijn bureau voor een stukje papier, en toen schreef ik: Het leven is vurrukkulluk. Dat vond ik een grappige zin. Iemand moet die woorden zeggen, dacht ik. Toen heb ik er van gemaakt: “Het leven is vurrukkulluk,” zei Panda. Op die zin moest iemand reageren. Ik schreef: “Jaaah,” beaamde Mees met een zucht. Zo ben ik doorgegaan. Een schema had ik niet, ik wist niet hoe het verhaal verder zou lopen. Maar na die ene zin kwam de andere zin, en zes weken later was het boek af.' '
(Jan Brokken, Schrijven. De Arbeiderspers, Amsterdam 1980. Te vinden op DBNL)
Bevat actuele uitspraak in tijden van bezuiniging op subsidies voor de kunsten.

Fantasie onder vuur?

Boeiende boze brief vandaag in de Volkskrant van auteur Anna van Praag. Zij meent dat op sommige protestants-christelijke scholen de verbeeldingskracht van kinderen wordt ingeperkt door het verbieden van boeken waarin bepaalde thema's voorkomen. Haar verontwaardiging lijkt heel oprecht.

De verbeelding van kinderen bevindt zich echter niet in boeken, maar in hun hoofden. Hoe krachtig die verbeelding is, hangt van veel meer zaken af dan de aangeboden vormgegeven verbeelding van anderen, bijvoorbeeld die van auteurs. Het lijkt mij niet correct en wat hoogmoedig om de verbeelding van kinderen te vereenzelvigen met dat wat hen in kinderboeken wordt aangeboden. Alsof kinderen zich slechts dát zouden kunnen verbeelden wat hen eerder in de vorm van gedrukte tekst is aangeboden. Gelukkig ligt dit wat ingewikkelder, denk ik.

Niettemin stimuleren verhalen en poëzie de verbeelding van kinderen wel en vermoedelijk bedoelt onze boze Anna dat. En ja, er zijn ouders en instanties die met de Bijbel in de hand menen dat allerlei thema's de kinderen onthouden dienen te worden. Anna somt er vijf op. Je kan het ermee eens zijn of niet, maar bijzonder is het niet, het lijkt me een vanzelfsprekend deel van de opvoeding dat ouders en scholen sommige zaken liever aan hun kinderen voorschotelen dan andere, en sommige thema's liever niet belicht zien. Dat geldt voor seculiere, hoogopgeleide opvoeders evenzeer als voor gelovige, iets minder hoog opgeleide opvoeders, alleen verschillen ze in de keuze van al dan niet favoriete thema's en beelden en lijken de eerstgenoemden iets minder bevreesd om hun kinderen te confronteren met partjes mondo cane.
En ja, zakelijk gezien is het voorstelbaar dat sommige uitgevers trachten rekening te houden met een handig mandje van zulke zaken, om een zo hoog mogelijke omzet te bereiken. Uitgevers zijn grutters, vergeet dat niet.

Erg fijn vind ik het, met Anna, niet. Het levert naar mijn idee een tamelijk smakeloos soort verhalen op, een gerecht zonder specerijen en kruiden, allemanspap. Met opluchting stel ik weer eens vast dat de mensen die in dit soort vermijding het verst willen gaan (ja, inderdaad, hoofdzakelijk in protestants-christelijke hoek) in onze samenleving een minderheid vormen. Dat houden we zo, hoop ik, en dan kijk ik maar liever niet naar sommige streken in de VS, waar ze een meerderheid vormen.
De wal keert het schip. De meeste kinderen houden niet van zouteloze allemanspap.

Voor wie Anna's brief niet meer kan vinden, hier volgt-ie:


Ik ben het kwaad. Een internetsite over ‘Bijbel en onderwijs’ doet mij en collega-kinderboekenschrijvers Jaap Robben en Tjibbe Veldkamp in de ban.
‘Door middel van fantasie proberen zij kinderen naar de duisternis te trekken. Koop hun boeken niet, weer ze van de scholen, uit de bibliotheken en uit de winkels’. Hilarisch natuurlijk. Of toch niet?


Het lastige bij kinderboeken is dat onze doelgroep (het kind) zelden de koper is van het boek. Er zit altijd nog een laag tussen: de bibliotheek, de ouder, de school. En aangezien kinderen maar al te vaak worden beschouwd als kwetsbaar en onmondig, boksen we soms op tegen een hardnekkig moralisme. Vooral bij de scholen kan het erg zijn. Er waart een wonderlijke doctrine rond, waarvan ik zelf geregeld last heb. Die doctrine heet ‘protestants-christelijk’ - en je vindt ’m echt niet alleen in de dubieuze marges van internet.


Rituelen


Een voorbeeld. Ik heb een groot deel van mijn leven gereisd en daar ook over geschreven. Op een dag werd ik benaderd door de Wereldschool, een school voor Nederlandse kinderen in het buitenland. Bij het lespakket hoort ook een aantal boeken, en ze hadden een boek van mij geselecteerd. Dat was nog eens een opsteker. Helaas, het ketste af. Niet omdat ze mijn boek niet mooi vonden, maar omdat er in Moord in de jungle een paar traditionele rituelen uit de binnenlanden van Senegal voorkwamen. ‘Dat willen de christelijke families niet.’


Ondertussen had ik ook een boek geschreven dat Het heksenhotel heette. Dat boek gaat over wicca - een grote rage onder jonge meiden. Maar voor wie de moeite neemt om het te lezen gaat het boek vooral over het gevaar je klakkeloos te verliezen in wat voor rage dan ook. Aan het eind is het boek zelfs een directe aanklacht tegen de opperheks uit het boek en zij die haar zomaar volgden. Echter, door dit boek ben ik ‘besmet’ verklaard, denk ik wel eens. Ik kom vaak op scholen en geef daar diverse workshops waarvan ‘enge heksenverhalen schrijven’ er één is.


Waarschuwing


Het is me al meerdere keren gebeurd dat ik in de auto op weg naar weer zo’n school van de bibliothecaresse de waarschuwing mee kreeg ‘Doe hier maar iets anders, het is een christelijke school.’ Sterker, ook als ik helemaal niks met heksen ga doen, krijg ik het vaak te horen: ‘De volgende school is christelijk.’ Alsof… ja, alsof wát eigenlijk? Alsof christelijk iets is waar je terdege rekening mee moet houden. Maar dan kom ik daar, en dan is het gewoon een school als alle andere, met dezelfde kinderen die ik overal zie.


Maar dat zijn dan dus wel kinderen die ongevraagd een hekje om hun verbeeldingskracht geplaatst krijgen! Want dat is wat me het meest stoort: ik geloof hartstochtelijk in de kracht van fantasie en alles in mij komt in opstand als daar censuur op wordt gepleegd, hoe subtiel ook. En het volgende incident was de spreekwoordelijke druppel.


Er is in Nederland een prachtige traditie van schoolboeken waarbij regelmatig met schrijvers wordt samengewerkt. Laatst kreeg ik weer zo’n opdracht, en ik begon er vol plezier aan. Maar toen viel mijn oog op iets wat ik al honderd keer was tegengekomen, en ineens dacht ik: wat staat daar nou, echt?


Lijst


Het was een lijst. Zoals altijd gaan dit soort lesboeken naar zo veel mogelijk scholen: zowel openbaar als christelijk. En daarom hadden ze er veertien ‘gevoeligheden voor protestants-christelijke scholen’ aan toegevoegd, waar wij als schrijvers rekening mee dienden te houden. Ik citeer er vijf:


Kermis, carnaval, circus, disco: kán als verduidelijking van de les-inhoud, maar verheerlijk het niet. (Laat het kind dat niet meegaat of meemag bijvoorbeeld niet het sufferdje zijn.)
Geen discutabele theorieën zoals evolutie, horoscopen, waarzeggen, magie.
Het uitleggen van tovenarij, spoken, kabouters et cetera. Kán, maar alleen ter ondersteuning van lesinhoud. Ga uit van de realiteit, gebruik deze onderwerpen niet om een tekst smeuïger of spannender te maken. Leg altijd (in de handleiding) uit dat bijvoorbeeld tovenarij niet echt is, niet bestaat.
Geen aantasting van het ouderlijk gezag.
Echtscheidingen worden inmiddels breder geaccepteerd, homoseksuelen ook. Maar voor een tweede keer trouwen of het homohuwelijk liggen wel erg gevoelig. Vermijd deze onderwerpen.
Als je het zo zwart op wit ziet (door mij nu lichtelijk uit zijn verband gerukt, maar toch) blijkt dat zo’n beetje al mijn boeken worden uitgesloten: De heks van de samba gaat over carnaval. Verboden te vliegen gaat over een meisje dat kan vliegen en dat ‘wordt gebruikt om de tekst smeuïger te maken’. In Nooit meer lief, mijn laatste boek, speelt een rotkind de hoofdrol, dat absoluut het ouderlijk gezag aantast.


Schokkend


Wat vind ik hier nou zo schokkend aan? Ten eerste dat de christelijke school (zo’n 15 procent van het totaal) dus kennelijk de norm is voor alle scholen. Want er wordt maar één lesboek gemaakt, en deze regels gelden dus gemakshalve meteen voor alle andere basisscholen.


Maar het ergste vind ik dat door dit soort uitgesproken en onuitgesproken codes de verbeeldingskracht van de (inderdaad weerloze) kinderen wordt ingeperkt. Het mooie en bijzondere aan het kinderbrein is toch juist de grenzeloze fantasie, het vrij kunnen ontdekken in een wereld waarin alles mogelijk is - ook de allerraarste dingen? Wie zijn wij om, in naam van wat voor doctrine dan ook, te beslissen wat voor wezens, situaties, gedachten er in een boek mogen staan? Is literatuur niet juist bedoeld om je wereld groter te maken in plaats van kleiner?


Transseksueel


Overigens raakte een vriend van mij door al deze beperkingen juist enorm geïnspireerd om een verhaal te schrijven over ‘een héééél naar kind, dat als ze 10 is zeker weet dat ze transseksueel is, zich op haar 15de laat ombouwen tot jongen, om na een gillende ruzie met zijn ouders en een zwarte periode in drugs en drank homo te worden, en drie keer trouwt, omdat hij twee keer gescheiden is. En dan blijkt die omgebouwde homo op het eind eigenlijk een kabouter, die door een heks met zwarte magie is behekst. En hij woont onder een omgevallen bloempot. Dat dan weer wel.’


Het lijkt me nu al een heerlijk boek. En van mij mogen alle kinderen het lezen!


maandag 17 januari 2011

Oxford Children's Literature and Youth Culture Colloquium

Er is in Oxford een gezelschap docenten en studenten dat regelmatig bijeenkomsten organiseert waar ook gasten welkom zijn: ' We are a group of Oxford University students and academics who work with children's literature and childhood studies from a literary and cultural perspective. Our seminar series runs during term time at the University of Oxford, and is open to all students, faculty, staff, and visitors that wish to attend. ' Zie hun programma.

vrijdag 14 januari 2011

Kinderliedjes

Ik ga er niet heen, heb die en volgende dagen andere dingen te doen, maar ik wijs er graag op want ondanks de recent ingestelde Willem Wilminkprijs zijn liedjes voor kinderen een onderbelicht genre in het onderzoek naar (en activiteiten met) jeugdliteratuur. Op 13 maart 2011 vindt in Londen een studiedag plaats over 'children's song and children's lore'.
' A fascinating day of practical singing games workshops, musical analysis, and historical and social context, for anyone interested in children’s song and children’s lore, including music educators, folklorists, ethnomusicologists, music students and teachers. Sessions led by David Vinden, Ruth Herbert and Steve Roud. ' Kost £ 30,-. Plus reis naar en verblijf in Londen, natuurlijk... maar dat is geen straf.

Voor wie vaker of eerder naar Engeland wil gaan is de reeks lezingen interessant die het Oxford Children's Literature and Youth Culture Colloquium organiseert, o.a. op 31 januari en 14 en 28 februari, zie programma.

donderdag 13 januari 2011

Pjotr van Lenteren: tien jaar recensent

Pjotr van Lenteren recenseert sinds tien jaar jeugdliteratuur voor de Volkskrant. Op zijn blog blikt hij terug.
Op 29 september 2000 verscheen mijn eerste stuk. Sindsdien is er een hoop gebeurd. Ik heb tien jaar samengevat in tien trendanalyses. Je kunt erop klikken en aan het einde van de trend krijg je een link terug.

1. Het leesplezier is terug
2. Van veel te dunne boeken naar te veel dikke
3. De puinhopen van Potter
4. Van big business naar fast business
5. Oeuvres verdwijnen, maar worden toch bekroond
6. Volwassenen lezen kinderboeken
7. De fladdergeneratie kan niet kiezen
8. Aandacht in de kranten blijft stabiel
9. De jongsten en de oudsten mogen niet klagen
10. Het kinderboek is nog niet terug '
Dikke boeken, terugkeer van het leesplezier, een opgejaagde kinderboekenmarkt ('fast business', van 1200 nieuwe titels per jaar rond 2000 tot bijna 2400 nu.), uiteenlopende oordelen van jury's en kinderen, de opmars van 'crossover-literatuur', auteurs die diverse genres proberen ('Fladdergeneratie kan niet kiezen'), continuïteit in recensies voor dagbladen, een lijst 'beste boeken van het begin van deze eeuw' en het verdwijnende kinderboek.
Hier de lijst, met als 'bijzonderste boek 2000-2010' De 13 1/2 levens van kap’tein blauwbeer van Walter Moers ( (Bert Bakker, 2002, vert. Frans Hille).

En tot slot twee echte Pjotr-standpunten:

' Op internet kwam er aandacht voor kinderboeken bij, maar de kwaliteit en functie ervan is heel wisselend. De krantenrecensenten zouden meer kunnen doen op internet en hun oeuvres zouden veel beter vindbaar moeten zijn. Dat geldt ook voor de consument. Nu is de mening van ouders en kinderen zelf - die ik graag op regelmatige basis zou zien - versplinterd en nauwelijks te vinden. 
Het wachten is op een soort Iens of Rotten Tomatoes voor kinderboeken, dat een gezond tegenwicht kan bieden aan intellectuele deskundigdoenerij in de kranten. '

Interessant idee. De website Leesfeest zou zich er goed voor lenen: men hoeft daar alleen nog de mogelijkheid in te bouwen om te stemmen op de besproken boeken. Of recensenten inderdaad doen aan 'intellectuele deskundigdoenerij' vraag ik mij af, ik zou graag zien dat hij wat voorbeelden gaf.

En:
' Dat in de recente kinderboekverfilmingshype steeds maar boeken uit de jaren zestig en zeventig en zelfs een paar van voor de oorlog worden verfilmd is niet toevallig. 
Natuurlijk, het zijn de kinderboeken die de makers zelf lazen. 
Maar er is meer: het zijn boeken die de verfilmers zijn bijgebleven, omdat ze er ooit diep door zijn geïnspireerd. Wat je het liefst verfilmt is een boek dat op eigen kracht de tijden overstijgt. 
Zo'n boek is in het afgelopen decennium niet geschreven. Ondanks het goede voor- en nagerecht is de nasmaak van het gelag daarom toch bitter: een stevig hoofdgerecht ontbreekt. Mijn terugblik over een kleine driehonderd recensies bevestigt dat: in de categorie van 6 tot 13 vond ik wel een paar mooie eervolle vermeldingen, maar geen overtuigende winnaar. 
En daarmee is de sombere voorspelling van Anne de Vries in 1990 nog altijd waar: het echte kinderboek is aan het verdwijnen. Vanaf het moment dat kinderen kunnen lezen totdat ze naar de de brugklas gaan, zijn ze aangewezen op schoolpulp en spannende series. Aanstekelijk maar oppervlakkig, vermaak dat je op de drempel van de literatuur brengt maar geen stap verder. '
Uiteraard stond het artikel van Anne de Vries in Leesgoed: 1990-2.


dinsdag 11 januari 2011

Niggers is always talking...

Nog even over het rumoer rond de vervanging van nigger door slave in een recente Amerikaanse uitgave van Huckleberry Finn, zie mijn bericht 6 januari. Natuurlijk haalde dit ook de LinkedIn-groep van International Reading Association. (Zie ook hier.) Het prettige van deze groep is dat iedereen met naam en toenaam bijdragen instuurt.
Zo stuurde ene Rhonda Cratty op 7 januari een compleet artikel mét reacties uit Examiner.com in en omdat ik denk dat dit representatief is, geef ik het hier in zijn geheel weer:


The Adventures of Huckleberry Finn has been censored, found unfit historical literature for readers and rewritten. A new edition of The Adventures of Huckleberry Finn omits a racial epithet that has caused controversy since the book took its place decades ago on the shelf of great American literature.   In place of the word n - - - - -, the word "slave" will be substituted in a combined edition of Huckleberry Finn and Tom Sawyer, to be published next month by NewSouth Books.
Professor, Alan Gribben, of English at Auburn University-Montgomery, says his new edition is for readers who cannot get past the slur to take in the rest of the book — and thereby understand Twain's opposition to racism.
Both Banning and censoring books happens almost every week in the United States. Often people take notice of banned books, protest, and the banned is lifted. Sometimes nobody notices and the banned book stays lost to a school or country.  When a book is lost so is a piece of our history.
Censorship in all forms must be opposed in the United States; it is an old pastime and hobby of many without thought of preserving our literary history.
We, the people of United States, have a history.  We have been far from perfect, our thoughts, deeds, and written words have evolved.  The idea of losing or out right changing our literary history is against The First Amendment that was adopted on December 15, 1791. The Amendment states:
“Congress shall make no law respecting an establishment of religion, or prohibiting the free exercise thereof; or abridging the freedom of speech, or of the press; or the right of the people peaceably to assemble, and to petition the Government for a redress of grievances.”
The American Revolution was not just a revolution of politics but also literature. The colonists published an abundance of newspaper articles, books, essays, and pamphlets in opposition to numerous  forms of British tyranny. Thomas Paine's Common Sense (1776) and Thomas Jefferson's Declaration of Independence (1776) are two well-known and influential examples of revolutionary literature. 
In the spirit of our history do we want people rewriting our literature?  Is it better to pretend our literature history was written “politically correct” according to our standards?  Wouldn’t it be better to teach our children to read critically?  To not be controlled by books, movies, games... but to be able to think and speak with purpose about what they read, see or do. To learn and understand words and be able to discuss their meaning and improperness’ in today’s society.  Perhaps we might be better to honor and embrace our past literature, read it with our children.  Discuss it as a family and make an informed decision as a family of our values.
R.R.Cratty

13
Comments


Heidi Cox 4 days ago
Wow definitely some food for thought! If everyone took the time to read with their children and talk it through, that would be best!
Heidi Cox, DC Women's Health Examiner
 Reply


Margie Slivinske 4 days ago
Banning classics like The Adventures of Huckleberry Finn? Really? Has that really been a solution to anything? Great article, Rhonda - very well said!
San Jose Easy Meals Examiner
Sustainable Seafood Examiner
 Reply


Sanders Kaufman 2 days ago
Nobody here suggested any kind of ban against any book whatsoever.
It's just an update to replace language that is not used by American students.
It's like how they read Dostoevsky novels - but not in the original Russian as it was written.
Sure, it loses something - but the alternative is to teach them to read Russian in order to pass an English course - which would be really, really silly.


Martha Lindberg - Mankato Frugal Living Examiner 3 days ago
I heard about the Huckleberry Finn rewrite on NPR. I feel a special tie to Mark Twain, as I was born in Hannibal, MO, and visited the area frequently as a child. I can see the area in my mind's eye, the way the river and the country looks there, and it is like home.
It is too bad that a rewrite is necessary. People think with their feelings, not with their intellect, and I guess there is no way around that. Racism hurts too much. At least, the book is now available to those who are too badly hurt by epithets.


Sanders Kaufman 2 days ago
It's not about hurting anyone's feelings.
It's just about making the book readable by modern-day students.


Nancy Zielinski 3 days ago
I heard about this on the news and I'm not sure I agree with it. I think the book should stand as is but the various issues some may find offensive discussed in school. BTW-just realized I haven't been getting any of your articles although I am a subscriber. Will try again to re-subscribe, but it tells me I am already subscribed.
Nancy Z-Grand Rapids Public Health Examiner and Sexual Health Examiner


Rick Ackerly 3 days ago
It's very simple: Those who would censor a piece of literature to take out distasteful or terrible things do not understand education. It is important for children to hear and see the world as it is and for us to help them understand and develop the intellectual, social, emotional and character disciplines to handle it all and make it creative. SImple (maybe not easy, but simple.) Shall we teach WWII without the butchery and the death camps and the racism?


Sanders Kaufman 2 days ago
That's not true.
Children are not yet ready to see the world as it is.
That' what makes them children.
That's why we can't take them to boxing matches, honkey-tonks, strip joints and Republican Party fund-raisers.


James Russell Bailey 2 days ago
Kaufman,
People don't take their kids to boxing matches?
What planet do you live on in your SP solar system?
Kids are CURRENTLY involved in gyms, sports clubs, community sports complexes, etc., in BOXING CLASSES.
This includes kids from Elementary School to High School....all levels all age groups, just like for other sports.
Pull your head out will you?
Cheers.


Pat Anthony 3 days ago
No...we don't want people rewriting history, but it will continue to happen.


Sanders Kaufman 2 days ago
Don't take the book too seriously - it's not really a history book.
Unabridged versions will always be available for people who get a cheap thrill from seeing the n-word.


Sanders Kaufman 2 days ago
In High School, I remember reading Canterbury Tales.
Well, it wasn't *really* the Canterbury tales - the real Canterbury Tales was written in a now obsolete version of English that is known as "Gaelic", I think.
When the teacher assigned it, she made sure to let us know that we were not getting the original version, but that the original version was available out ther for us to get on our own.
I learned what I needed to learn - without having to learn a dead language.
I have no problem with kids today having that same advantage.
So I say - go ahead and kill the ni.... well, maybe I shouldn't say THAT.


James Russell Bailey 2 days ago
Report Abuse
Kaufman,
Your Social Progressive jack booted ignorance knows no bounds.
Yeah, let's lie to kids who are in Jr. Hi. and High School, so that they don't know what the 'real world' is like.
Tell me Kaufman, just who do you think are currently mostly in uniforms as Ground Pounders across the globe right now: 50 year olds?
No, TEENAGERS to those in their early 20's!
You are so deeply mired in your Politically Correct world of Social Progressive thuggery against anyone and anything that opposes your SP view of the world, you no longer have a grasp on Reality.
Something 'offends' your SP sensibilities, or makes someone in the SP camp feel 'uncomfortable'? Hey, just cut it right out of the text!
Don't like the fact that slavery was a standard part of human societies and cultures across the globe until the early 19th century (when Europeans began the move to BAN slavery); hey, just leave out all the parts that prove 'minorities' engaged in the slave trade as long or longer than Europeans....just leave the European parts in, but downplay the role of the Spanish and Portuguese; you know, those with Hispanic names MUST be exempted.
The list goes on and on......what a loser position is the SP worldview. Condemn and Censor.


Continue reading on Examiner.com.


En dan binnen vermelde groep nog een reactie, van Stacey Lundgren:
I believe that books should NOT be changed to reflect current standards in our society. Some words used not only in Huckleberry Finn, but many other books of high literary value, are certainly not appropriate by today's standards. I do not use nor will I tolerate the use by anyone around me of the "n" word. My personal belief is that any negative reference to people of a particular race or religion is a reflection of fear and ignorance. However, many people used the "n" word for many years. Many people did lots of rotten things. It's part of our history, and to negate that history is to negate progress; and we are definitely progressing, at least in the arena of respect for others. But changing books is changing history, and that's a slippery slope. And where does it stop once we start that practice? Who decides which words are bad and which words are good? Come on... let's get off these futile high horses and do something that will actually benefit society! Let's start with eradicating child pornography....


Discussie ongetwijfeld nog niet gesloten...
Ben er (nog) niet toe gekomen om vertalingen van Huck door te vlooien.

Op 13 januari kreeg Stacey Lundgren bijval. O.a. van Cathy Puett Miller:
Thanks for posting this - my core heart of a librarian (from years ago) screams "NO!" - don't change a word. What I also want to bring up is the idea that, if we sanitize history and avoid controversy, then we lose opportunities for us to talk with children. Part of the difficulties with families is that our fast-paced, technology rich (not that I have anything against that in and of itself) world stifles those interactions or at least makes it more necessary for conversations to be included in everyday life intentionally. 


My husband pointed out that Jim, the African-American character, rose above that label as the only truly honorable one in the book and what a message is that! I've even heard of Huck Finn and Tom Sawyer actually being on banned book lists which floors me. 


When our son was in 5th grade, I read some of Mildred Taylor's books which also contain "the n word" and it was a terrific opportunity to talk with those students about how hateful and inappropriate that word was and its historical context. Are we so afraid of critical thinking that we will abandon anything that makes the slightest hint of uncomfortableness. Those who ignore history are doomed to repeat it - I've heard that somewhere before. '

Ik wacht nieuwsgierig op een opponent, maar ik denk dat die zeldzaam zijn onder beroepsleesbevorderaars.

Kinderboeken als app













Een persbericht van uitgeverij Querido: Voordat jij er was van  Daan Remmerts de Vries en Philip Hopman (Gouden Griffel 2010) en Fiet wil rennen van Bibi Dumon Tak en Noëlle Smit (Zilveren Griffel 2010 en Prentenboek van het Jaar 2011) verschijnen als app voor iPhone en iPad. (De namen Remmerts de Vries en Smit ontbreken overigens in het persbericht.) De apps kosten een schijntje van de boekprijs: 0,79 en 2,99 (resp. iPhone en iPad) als 'kennismakingsprijs' voor  en 1,59 voor Fiet wil rennen (iPhone, iPad 'binnenkort'.) Deed me meteen denken aan de berichten over het modelcontract kinderboeken, waarover Ted van Lieshout onlangs uitvoerig berichtte op (of is het in) zijn blog. Hoeveel van de opbrengst van deze applicaties gaat naar de auteurs en illustratoren? In het modelcontract staat daaromtrent geen percentages ingevuld. En er is aan gesleuteld: 'Voor de app is Voordat jij er was op maat bewerkt en wordt het voorgelezen door meesterverteller Jan Meng.' 'Fiet wil rennen is voor de app geanimeerd tot een tekenfilm en wordt voorgelezen door Frank Groothof.'
Hoeveel zouden er verkocht gaan worden? Ik denk dat uitgever, auteurs en illustratoren daar minstens even benieuwd naar zijn als ik. Het is een nieuwe markt, zoals dat in het verkopersjargon heet. Hoeveel kinderen lopen er rond met zo'n ding van Apple? Hoeveel ouders zouden deze apps downloaden en dan aan hun kinderen tonen en horen? Komen er nog meer apps van Querido? Zie voor meer info op de website, zegt het persbericht, maar vandaag (11-1-11) was daarover niets te vinden. De afdeling persberichten was kennelijk sneller dan de afdeling webbeheer.
Zie op dit blog ook 'Kinderen willen e-boeken' (oktober 2010) en 'Alle kinderen een e-boek?' (september 2010). En ook dit bericht op Latenlezen.nl, over de 'baby-app' van de Britse uitgeverij Ladybird, en het artikel door Benedicte Page in The Guardian 10-1-2011 hierover.

Op 13 januari meldde Querido dit:
De lancering van de apps Voordat jij er was, winnaar van de Gouden Griffel 2010 en Fiet wil rennen, winnaar van de Zilveren Griffel 2010 én Prentenboek van het Jaar 2011, afgelopen dinsdag is een groot succes! Al na 1 dag staat Fiet wil rennen op 1 in de categorie 'boeken' in de AppStore! Apple heeft de iPhone app van Fiet wil rennen uitgekozen in de categorie "nieuw en opmerkelijk". Daarin plaatst Apple apps die zij bijzonder vinden. Voordat jij er was, een andere recente app van Querido, staat op 4 in de categorie boeken. De apps zijn te downloaden via I-tunes. ' Of dat meteen een antwoord is op mijn vragen hierboven?







zondag 9 januari 2011

Biografie Roald Dahl

Het kan de aandachtige krantenlezer niet zijn ontgaan: op 15  januari verschijnt de Nederlandse vertaling van Donald Sturrocks biografie van Roald Dahl: Verhalenverteller - de biografie van Roald Dahl. (De Geus, 768 p., E 29,90, ISBN 978 90 445 138 3.) Oorspronkelijke titel: Storyteller - The Life of Roald Dahl. Donald Surrock beschikte over het gehele archief van Dahl en kreeg de medewerking van zijn nabestaanden en de biografie wordt alom geprezen. Ik hoop de biografie nog te kunnen bespreken.

zaterdag 8 januari 2011

Sneeuwwitje in Boerentenië


Sneeuwwitje is inmiddels uitgekeken op haar prins Vaillant, die haar twintig jaar geleden wakker kuste, beleeft het meest plezier aan de roddelkransjes met de dames Assepoester, Erwtje en Doornroosje, allen woonachtig in belendende landen, ontdekt met hulp van de teruggevonden toverspiegel van haat stiefmoeder dat Vaillant overspel pleegt, heeft nog een affaire met een knappe militair terwijl ze de zeven dwergen bevrijden en eindigt tenslotte als regerend koningin in het land van haar vader.

Henri van Daele heeft meer sprookjes bewerkt, maar niet zoals dit Sneeuwwitje, 20 jaar later (Davidsfonds). Dit is een cabaret-achtige pastiche geworden, bedoeld om veel bij te gniffelen of zelfs dijen te kletsen, vol grappig bedoelde passages.

Henri van Daele, die op 20 december jl. overleed, kon zeker onderhoudend schrijven en vermaken lijkt me dan ook het enige doel van dit verhaal, dat afgezien van de namen en enkele motieven niets te maken heeft met het oorspronkelijk volksverhaal, door de gebroeders Grimm tot licht romantische Kinder- und Hausmärchen bewerkt. Er zit een geheel eigen verhaallijn in, die echter wel erg lang wordt uitgesponnen en ook meer als raamwerk dient om de pastiche op te dienen Het is m.i. echt de moeite niet die plot hier uitvoeriger te beschrijven, want hoe talrijk de uitweidingen ook zijn, ze zorgen meer voor couleur locale dan dat ze van belang zijn voor de loop van het verhaal.
Het past in een recente, vooral na de jaren ’70 tot bloei gekomen neiging om de oude volksverhalen te hertalen op een grappig bedoelde manier, wellicht bedoeld als tegenwicht voor de overzoete Disney-bewerkingen, of als antwoord op antroposofisch angehauchte mensen die de sprookjes heilig verklaarden. Roald Dahl is van het grappig maken een bekend voorbeeld, met zijn Gruwelijke rijmen, Udo de Haes (Kleuterwereld – Sprookjeswereld, alleen nog tweedehands te koop) een voorbeeld van het tweede.
Van Daele voegt aan zijn verhaal de nodige toespelingen toe aangaande de vrijages van diverse personen en dan met name prins Vaillant (met Miss Boerenteen) en Sneeuwwitje (met huzaar Walesca). Het geeft het verhaal een hoog o la la-gehalte mee, nog versterkt door de prenten van Nanne Meulendijks, die overigens iets scherps hebben dat in het verhaal (volgens de uitgeverij ‘pittig fantasieverhaal voor volwassenen’) ontbreekt, kansen daarop worden tenietgedaan door de luimigheid van de humor. Alleen al de naam van het land: Boerentenië, geënt op het volksvoedsel aldaar, de boerenteen (een soort boon)… Het leent zich allemaal buitengewoon goed voor een vrolijke theaterbewerking voor het Theater van de Lach van destijds en eigentijdse equivalenten.
Het beste van dit boek zijn eigenlijk die prenten…
Van Daele heeft, vind ik, beter werk geleverd dan dit, titels als Pitjemoer, Woestepet en Een Huis met een poort en een park, en als bewerker was hij op zijn best in Reinaart de vos: de felle met de rode baard. Hoe dik het boek ook is, Sneeuwwitje 20 jaar later is niet meer dan een vrolijk tussendoortje.